Kittens
Kies je voor een kitten, besef dan dat ook dit schattig wezentje groot en oud wordt en ook dan nog jouw aandacht en verantwoordelijkheid vraagt.
Een kitten wordt idealiter pas op 12 weken van de moederkat gescheiden. Vanaf 4 weken begint de socialisatieperiode. Tijdens deze fase begint het kitten op verkenning te trekken en leert het vertrouwen te krijgen in mensen, andere huisdieren en met de omgeving.
Een kitten heeft veel slaap nodig, dus gun het regelmatig voldoende rust. Een kitten vraagt ook extra oplettendheid van het baasje. Het is ontzettend speels en kent nog geen gevaren (net als een kindje). Het zal van alles en nog wat uitproberen, dus zorg vooral dat het zichzelf geen pijn kan doen.
Zorg voor een veilige omgeving (o.a. vensters en deuren dicht!) en geef het veilig speelgoed maar bovenal, geef het veel liefde en maak tijd voor het beestje.
Het kitten zal zich dan ontwikkelen tot een sociaal en aanhankelijk huisdier.
Wat als u een kitten of meerdere kittens (een nestje) vindt?
Een kitten plots scheiden van de moederkat is nooit goed, tenzij het natuurlijk niet anders kan. Ga eerst en vooral na hoe het met deze kittens is op het moment dat je ze vindt. Liggen ze rustig te slapen, voelen ze warm aan? Dan is de moederpoes ongetwijfeld in de buurt. Gun ze rust en probeer van op een afstand te observeren of de moederkat op de loer ligt en terugkeert naar haar nestje. Zo ja, dan was ze waarschijnlijk even op zoek naar eten. Zijn de kittens nog te klein (minder dan 4 weken)? Laat ze dan bij de zorgzame moederpoes. Zorg voor wat beschutting en zet eten en water voor de moederpoes. Probeer dit regelmatig te doen zodat de kittens (en de moederpoes) al wat vertrouwen krijgen. Eens u merkt dat de kittens beginnen rond te lopen en op zoek gaan naar vast voedsel, dan kan je overwegen de kittens op te vangen om hen te socialiseren. Lukt het om ook de moederpoes op te vangen, des te beter. Kittens hebben namelijk echt hun moeder nodig!
Wat als de kittens jonger zijn dan 4 weken en de moederpoes niet voor hen kan zorgen (door bv. een ongeval, ziekte, geen moederinstinct)?
Het is heel belangrijk de kittens warm te houden en ze regelmatig te voederen met KMR melk, nutriwelp, milkodog of vital milk (met flesje of spuitje). Heb je hier geen ervaring mee? Zoek dan raad bij een dierenarts of goede kattenopvang.
Plaats de kittens in een doos (geen doos van groenten en fruit omwille van mogelijke resten van insecticide!) met een dekentje (zorg ervoor dat de kittens niet onder het dekentje kunnen geraken met verstikking tot gevolg). Een warmwaterkruik of een warmtelamp zijn ook doeltreffend.
Opletten met warmtelampen en kruiken: als de lamp te dicht geplaatst wordt, is er kans op verbrandingsletsels (niet zo zeldzaam). Deze warmwaterkruiken mag je enkel gebruiken als de dieren voldoende mobiel zijn! Nog beter is een Snugglesafe, te koop bij dierenspeciaalzaken.
Kittens jonger dan 2 weken kunnen niet rillen maar het toch koud hebben. Plaats de doos in een warme, tochtvrije, schone en rustige omgeving. Een kitten dat 1 weekje oud is, heeft een omgevingstemperatuur nodig van 30°C. Vanaf 4 weken en ouder kan de temperatuur naar 21°C gebracht worden. Tot de leeftijd van 3 weken mag het kitten uitsluitend KMR melk krijgen. KMR is een goede voeding maar niet altijd onmiddellijk te verkrijgen in de apotheek; nutriwelp of milkodog of vital milk zijn ook goed.
Dit zijn vervangingsmiddelen voor de moedermelk.
Deze poedermelken zijn te verkrijgen bij de apotheker of via de dierenarts. Volg de instructies en de doseringen zoals op de bijsluiter en gebruik enkel mineraalwater of gekookt (en afgekoeld!) water. De melk moet gegeven worden aan een temperatuur van 38°C. Voeg de poeder bij het water en niet andersom. Gebruik een flesje (speciaal voor kittens – wordt meestal geleverd bij de KMR melk) of een druppelpipet of een spuitje.
Een flesje en druppelpipet zijn echter veiliger dan een spuitje (minder kans dat het kitten melk in de longen krijgt). De melk moet druppelsgewijs uit het flesje komen. Leg een kitten nooit op de rug om het te voederen! Houd het in uw hand of op de schoot op een handdoek. Houd het hoofdje iets schuin omhoog en leg de speen op de tong. Zorg ervoor dat het kitten op het buikje blijft liggen. Na het voederen moet het kitten (net als een baby) even boeren.
Houd het dan even tegen uw schouder aan. Maak het flesje na gebruik goed schoon en spoel het grondig na met zuiver water.
Voedingsschema: – 1 w. : 8 keer/dag
– 2 w. : 6 keer/dag
– 3 w. : 6 keer/dag
– 4 w. : 4 keer/dag + 1 keer/dag vlees
-5 w. : 3 keer/dag + 2 keer/dag vlees
Hoeveelheid melk:
Plusminus 8 cc melk per 25 gram lichaamsgewicht/per dag . Het geboortegewicht van een kitten is plusminus 100 gr.
Een katertje zal over het algemeen meer wegen dan een poesje.
Na zo’n 8 dagen is dit geboortegewicht al verdubbeld. Op dat ogenblik beginnen ook de oogjes open te gaan. Het is belangrijk minstens één keer per dag het kitten te wegen (met keukenweegschaal).
Van zodra het kitten 3 à 4 weken oud is kan er overgeschakeld worden op andere poedermelk zoals Beaphar, Hill’s of Royal Canin.
Stoelgang:
Ook dit moet dus door de verzorger(ster) gebeuren. Gebruik een vochtig gemaakt propje watten (met lauw water) of een ander zacht doekje en wrijf heermee zachtjes rond de anus.
De ontlasting kan ook gestimuleerd worden door zachtjes op het buikje te wrijven (voorzichtig met de navelstreng, valt van zelf af na ongeveer één week).
Rond de leeftijd van 4 weken begint het kitten rond te lopen. Dit is dan ook het moment om het kitten vertrouwd te maken met de kattenbak. Plaats het regelmatig (na het eten) op de kattenbak.
Verstopping is heel pijnlijk en dodelijk voor het kitten!
Ook diarree is ongezond en moet aangepakt worden (uitdroging van het kitten). Vraag raad aan de dierenarts. Een kitten kan diarree krijgen door de omschakeling van melk op vast voedsel. Zorg voor licht verteerbaar voedsel (gekookte kip, vis, rijst, rijstewater, beschuit).
Droge brokjes zijn niet licht verteerbaar.
Geef nooit eten rechtstreeks uit de koelkast want ook dit veroorzaakt diarree. Bij diarree heeft het kitten extra vocht en mineralen nodig.
Doe eventueel wat electrolyten in de melk of het mineraalwater.
Een kitten kan zelf nog geen stoelgang maken. Normaal is het de moederpoes die de ontlasting van haar kitten stimuleert door het te likken rond de anus.
Een kitten wordt aan 4 weken voor de eerste maal behandeld tegen wormen (met bv. Catminth) en vlooien en later nog eens aan 8 weken. Vervolgens aan 3 maanden en nadien elk half jaar. Sommige producten zij absoluut niet geschikt voor kittens dus pas hiermee op! Vraag raad aan uw apotheker en/of dierenarts en lees altijd de bijsluiter. Stonghold is een veilig product vanaf 7 weken. Het is een spot-on product dat wordt toegediend op de huid in de nek. Het is werkzaam tegen vlooien, de meest gangbare wormen en oormijt. Indien de kittens lintworm hebben dien je gebruik te maken van Milbemax. Hiervoor dienen de kittens minstens 6 weken te zijn en minstens een halve kilo te wegen. Bekijk steeds de bijsluiter alvorens medicatie toe te dienen!
Extra tip: houd een logboekje bij waarin o.a. gewicht, voedingen en ontlasting genoteerd worden.
Belangrijkste aandachtspunten:
- Als de moederpoes na de geboorte haar kitten(s) langer dan 4 uur negeert, grijp dan in, anders sterven deze kittens
- Ga op zoek naar een vervangende moederpoes voor de kittens
- Als de moederpoes meer dan 6 kittens heeft, zorg dan voor een extra warmtebron (warmwaterkruik, warmtelamp). Niet alle kittens krijgen immers voldoende warmte van de moederpoes door het grote nest
- Niet alleen de kittens moeten op vaste tijdstippen eten (zie hoger) ook de moederpoes kan nu wat extra krachtvoer gebruiken. Geef haar dubbel zoveel eten als anders. Zij mag gerust kittenvoer krijgen! Ze moet immers zelf op krachten komen + voor melkproductie zorgen
- Zorg voor een nette omgeving en houdt uw andere katten gescheiden van de zogende moederpoes en haar kittens. Dit omwille van besmettingsgevaar voor de kittens
- Een onderkoeld kitten (minder dan 35 °C lichaamstemperatuur) mag je in de eerste plaats geen voeding geven maar wel warmte door eigen lichaamswarmte (bv. je buik), een warmtelamp, een warmwaterkruik, opletten met warmtelampen en kruiken: als de lamp te dicht geplaatst wordt is er kans op verbrandingsletsels (niet zo zeldzaam); warmwaterkruiken kan je enkel gebruiken als de dieren voldoende mobiel zijn
- Als het kitten de juiste lichaamstemperatuur (38,5 °C) heeft bereikt, dan mag je wat glucosewater geven (5 cc) en na een paar uren KMR melk
- Een kitten heeft koorts als de lichaamstemperatuur hoger is dan 39°C. Contacteer dan zeker de dierenarts