Regelmatig krijgen wij de vraag waarom jonge kittens nog niet geadopteerd kunnen worden. We begrijpen dat het heel schattig is, zo’n klein katje, en dat je die graag zo snel mogelijk in huis haalt, maar voor de ontwikkeling van deze diertjes heeft een vroege scheiding van de moeder negatieve gevolgen.
In het wild worden kittens gespeend als ze tussen de 4 en 8 weken oud zijn. Spenen houdt in dat de kittens geen melk meer drinken bij de moeder, en vast voer gaan eten, al wordt de term ook vaak gebruikt voor de scheiding van de kittens van de moeder. De socialisatieperiode van katten is tussen de 2 en de 8 weken; hierin leren ze dat contact met mensen en bijvoorbeeld honden normaal en niet eng is. Echter, de kittens blijven meestal bij de moeder totdat ze zo’n 16 weken oud zijn. In deze periode ontwikkelen ze hun gedrag verder, hierbij spelen zowel de moederpoes als broers en zusjes een rol. Als een kitten te vroeg uit het nest gehaald wordt, kan dit leiden tot gedragsproblemen zoals agressie en stereotypieën. Stereotypieën zijn gedragingen die repetitief worden uitgevoerd, zonder duidelijke functie, zoals overmatig wassen of zuigen op de vacht of dekentjes (wolzuigen). Katten ontwikkelen zulke stereotypieën als ze langdurig gestrest zijn; het gedrag is een manier om met de stress om te gaan omdat er endorfines bij vrijkomen.
In een recent onderzoek werd het gedrag van bijna 6000 katten gerelateerd aan de leeftijd waarop ze van de moeder werden gescheiden. De katten werden verdeeld in drie groepen op basis van de leeftijd waarop ze uit het nest gehaald werden: vóór 12 weken leeftijd (vroeg), op 12 of 13 weken leeftijd (aanbevolen leeftijd) of op 14 weken of ouder (laat). Katten die vroeg uit het nest werden gehaald waren vaker agressief naar vreemden (niet-gezinsleden) dan katten die op aanbevolen of late leeftijd gescheiden werden van de moeder. Katten uit de 14-15-weken groep hadden minder vaak stereotypieën in de vorm van overmatig wassen dan de 12-13-weken groep. Katten die voor 8 weken van de moeder gescheiden werden hadden vaker een gedragsprobleem vergeleken met scheiding op de aanbevolen leeftijd. Katten die pas op volwassen leeftijd (>1 jaar) van de moeder werden gescheiden, en katten die nooit werden gescheiden van de moeder, lieten minder vaak agressie zien naar gezinsleden, vreemden of soortgenoten. Ook hadden ze minder vaak last van stereotypieën in de vorm van overmatig wassen en wolzuigen.
De reden waarom het gedrag van de kat beïnvloed wordt door de scheidingsleeftijd, is mogelijk omdat de ontwikkeling van de hersenen hierdoor beïnvloed wordt. Agressie komt bij katten vaak voort uit angst, en het is zeer waarschijnlijk dat agressieve katten chronische stress hebben. Dit is slecht voor hun gezondheid en welzijn, en daarnaast worden agressieve katten vaker afgestaan of geëuthanaseerd. Ook het vertonen van stereotypieën is, behalve een teken van stress, schadelijk; overmatig wassen kan leiden tot kale plekken en wonden die geïnfecteerd kunnen raken, en wolzuigen kan zorgen voor darmverstoppingen als het materiaal doorgeslikt wordt.
Al met al zijn er genoeg redenen om een kitten niet te vroeg (vóór 12 weken) te scheiden van zijn moeder en nestgenootjes, en misschien kan er zelfs best gewacht worden tot 14 weken. Sowieso wordt een kitten altijd best geadopteerd samen met een nestgenootje, of bij een andere jonge kat in huis geplaatst, zodat het zijn gedrag verder kan ontwikkelen. Het later scheiden van de kitten van zijn nest is een makkelijke en effectieve manier om welzijnsproblemen te voorkomen, en wij zijn van mening dat verantwoordelijke katteneigenaren dit belangrijk genoeg vinden om nog een paar weken te wachten met het in huis halen van een kitten!
Vertaald en samengevat door Lisanne Stadig uit ‘Early weaning increases aggression
and stereotypic behaviour in cats, www.nature.com/scientificreports, published 04 september 2017.