In supermarkten, dierenwinkels, buurtwinkels, de dierenarts, overal kun je kattenbrokjes kopen. Ze zijn er in verschillende maten en vormen en ook voor verschillende prijzen; zo heb je de bekende ‘tv-merken’, soms voor meer dan 15 euro per kilo. Aan de andere kant heb je ook budget-kattenvoer voor anderhalf euro per kilo. Maar welk kattenvoer is nu goed voor de kat? Waar moet je op letten?
Op veel voerverpakkingen staan groots geadverteerd dat er groente aan toegevoegd is. Kleurrijke foto’s van doperwtjes en wortelen, precies wat uw kat wil. Dit klinkt goed, want groente zijn gezond voor mens en kat, toch? Nee, katten zijn ‘verplichte’ carnivoren, dit betekent dat zij enkel de nutriënten nodig hebben die in dierlijke producten zitten. Zij hebben dus geen behoefte aan de speciaal toegevoegde “gezonde” groenten. Soms kunnen groenten zelfs diarree bij uw kat veroorzaken.
Behalve groenten, bevat veel ‘supermarkt’-voer graan. Soms is graan het grootste bestandsdeel! De darmen van katten kunnen graan niet verwerken. In kattenvoer is het graan wel verwerkt en verhit, waardoor de meeste katten er geen last van krijgen. Waarom dit aan het voer toegevoegd is? Om een mooie brok te krijgen. Echter is er verschillend voer op de markt dat graanvrij is (bijvoorbeeld Applaws, Yarrah, Feringa, Greenwoods, Taste of the Wild, sommige brokken van Hills), dus is de toevoeging blijkbaar toch niet noodzakelijk voor de ontwikkeling van een stevig brokje.
Er zijn plantaardige producten die in kattenvoer worden verwerkt, die sucrose bevatten. Dit is een koolhydraat dat katten niet kunnen verteren. Een te hoge concentratie van deze sucrose, (suikers) kan zorgen voor diarree en aversie van de kat tegen het voer. Ook lactose (een suiker dat voorkomt in koemelk) kan diarree veroorzaken bij katten. Daarom is het beter om katten nooit (koe)melk te geven.
Het is dus het beste voor uw kat om voer te bieden dat veel dierlijke producten (vlees/vis) bevat, maar hoeveel en hoe vaak moet u dat geven? In de meeste gevallen krijgen katten twee maaltijden per dag, en de kat lijkt hier prima op aangepast te zijn. Toch hebben katten de voorkeur om meerdere kleine maaltijden per dag te eten (sommige katten, zoals die van mij, hebben de voorkeur om meerdere gróte maaltijden per dag te eten). Een aantal kleine maaltijden per dag ligt dichter bij het eetgedrag van de wilde katten, die vele kleine prooien eten. Dit is alleen niet altijd praktisch haalbaar door werk of andere bezigheden buitenshuis. Een goed alternatief is het gebruik van automatische voer-apparaten. Deze hebben een timer zodat de kat tussen de dutjes door van een klein maaltje kan genieten, terwijl wij hard aan het werk zijn. Soms kan het voor katten vervelend zijn als de snorharen de zijkant van de voerbak raken. Dan kan het voer best in een laag schaaltje of een via een activity bord aangeboden worden. Afwisselen tussen brokjes-merken kan, maar moet geleidelijk gedaan worden om het spijsverteringsstelsel te laten wennen. Denk er ook om dat voer en water niet te dicht bij de kattenbak staan.
Drinken doen katten het liefst op afstand van het eten, dus er dienen op verschillende plaatsen waterbakjes te staan. Katten kunnen water ‘proeven’ en kunnen dus vrij kieskeurig zijn. Veel katten houden ervan om stromend water te drinken. Dit kan voorzien worden met een drinkfontein. Het aanbieden van natvoer is ook een goede aanvulling voor de inname van vocht. Dit bestaat vaak voor 70-80% uit water, en veel vocht is belangrijk voor de nierfunctie van (oude) katten.
Dus, het is nog een hele uitdaging om goed voer voor uw kat te vinden in de berg aan keuzes in de winkel. Ter samenvatting/ afsluiting nog eens de tips:
- Kies voor brokjes zonder graan, weinig tot geen groente, met hoog percentage aan dierlijke eiwitten:
- Geef verschillende keren per dag een kleine portie voer
- Geef een kat nooit koemelk
- Bied op verschillende plaatsen in het huis water aan, eventueel ook met een drinkfontein
- Geef uw kat dagelijks wat natvoer voor extra vochtinname